DE ARCHITECTEN
Op de top van deze heuvel vindt u het werk van drie architecten: Le Corbusier, Jean Prouvé en Renzo Piano.
LE CORBUSIER
La Chaux-de-Fonds (Zwitserland), 1887 – Roquebrune-Cap-Martin (Frankrijk), 1965
Le Corbusier (zijn echte naam is Charles-Édouard Jeanneret-Gris) was architect, schilder, beeldhouwer, dichter en ontwerper. Vanaf de jaren 1920 ontwikkelde hij zich tot de denker van het modernisme en tot allround kunstenaar.
Le Corbusier was een belangrijk theoreticus. Hij werd een van de boegbeelden van de moderne beweging. Met zijn “vijf punten van architectuur” gaf hij een visuele definitie van deze beweging. De vijf basisprincipes zijn een vrije indeling (le plan libre), gevels die geen dragende muren zijn (les façades libres), zuilen (les pilotis) waar de kern van het gebouw op staat, panoramaramen (les fenêtres bandeaux) en daktuinen (les toits terrasses). Le Corbusier pleitte voor het rationaliseren van de bouw en voor het gebruik op grote schaal van nieuwe materialen, met name van beton (hij hield van de puurheid en de uitstraling van dit materiaal). Dit gebruik van ruw, onafgewerkt beton (béton brut) is overigens een kenmerk van het zogenaamde “brutalisme”. Le Corbusier probeerde zijn werken ook zo coherent mogelijk te laten zijn. Hiervoor ontwierp hij de “Modulor”, een systeem van universele afmetingen op basis van de maten van een mens.
JEAN PROUVÉ
Parijs, 1901 – Nancy (Frankrijk), 1984
Jean Prouvé studeerde voor smid en ook in de rest van zijn loopbaan bleef metaal belangrijk. Vanaf de jaren 1930 was Jean Prouvé een uiterst moderne architect en meubelontwerper.
Zijn credo: het creëren van goed ontworpen, comfortabele, functionele en betaalbare meubels. Daarom dacht hij grondig na over massaproductie van zijn creaties. In Frankrijk wordt hij als pionier op dit gebied gezien.
Op verzoek van de kapelaan Bolle-Reddat maakte Jean Prouvé in 1975 de klokkentoren (constructie met drie klokken), een van de weinige religieuze werken van deze architect en ontwerper.
RENZO PIANO
Genua (Italië), 1937
Renzo Piano houdt de humanistische traditie die Le Corbusier na aan het hart lag in stand. Hij houdt zich bezig met gebouwen voor culturele instellingen. Hij onderscheidt zich door de bouw van vele musea (Centre Pompidou in Parijs met Richard Rogers in 1977, Centre culturel Tjibaou in Nouméa (in Nieuw-Calédonië, een archipel in de Stille Oceaan) in1998), waarbij een lichte constructie en lichte materialen steeds de belangrijkste kenmerken zijn.
Piano gaat op zoek naar natuurlijk licht en verfijnde structuren, om de mens in harmonie met zijn omgeving te brengen.
De werken van Piano worden ontworpen vanuit het oogpunt van duurzame architectuur. Daarom wordt er rekening gehouden met de omgeving waar ze in komen te staan. Piano ontwerpt werken die passen bij hun omgeving, waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van de voordelen en de beperkingen van de locatie.
Renzo Piano is bescheiden en gemakkelijk te benaderen. Door zijn gevoel voor detail zijn zijn werken van onberispelijke perfectie. In tegenstelling tot Le Corbusier gebruikt hij vooral staal en glas, maar hij weet zich aan te passen aan de locatie en de opdracht. Zo is in Ronchamp alles van beton gemaakt.
MICHEL CORAJOUD
Annecy (Frankrijk), 1937 – Parijs (Frankrijk), 1965
Michel Corajoud wordt in 1937 in Annecy geboren en sterft in 2017 in Parijs. Voordat hij landschapsarchitect werd, studeerde hij decoratieve kunsten en werkte hij voor Bernard Rousseau, een voormalig medewerker van Le Corbusier.
In de jaren 1970 vormt Michel Corajoud met het Atelier d’Urbanisme et d’Architecture een team van stedelijke landschapsarchitecten. In Afrika doet hij stedelijk onderzoek en hij neemt deel aan veel ontwerpwedstrijden voor parken.
Zijn werk kenmerkt zich door uiteenlopende verbindingen met het omliggende landschap en het tot hun recht laten komen van planten.
In 2003 ontvangt Michel Corajoud de Grand prix de l’Urbanisme, waarmee hij het belang van het landschap in de stad aantoont.